2 nov 2010
Dali - Heerlijk fietsen over rustige wegen. Het weer werkt geweldig mee en het eten wordt alleen maar beter. Het leven is goed in China op dit moment. Een groot geluk is dat het toeristisch seizoen voor de Chinezen voorbij is als we juist in de toeristische plekken aankomen.
Het weer klaart op in Shangri-la. Zon! Ik loop naar de Tibetaanse tempel boven op de berg. Het uitzicht is vooral interessant. Je ziet de duidelijke scheiding tussen oud en nieuw. Natuurlijk zijn de bergen ook mooi maar uch, uch niet beter dan ik al gezien heb. 's Avonds eet ik weer met het Nederlandse stel. Volgende dag lijkt wel op de vorige dag. Ik ga uiteten met een zwitsers koppel en mijn tent heb ik heel erg gedroogd.
Op weg naar de Tiger Leaping Gorge. Mistflarden maken de weg spookachtig. Vrijwel geen verkeer maar dan opeens een enorm parkeerterrein vol met touringcars. Waar komen die vandaan? Weg gaat omhoog door dal in herfstkleuren. Steeds meer klimmen. In de verte zie ik een bepakte fietser. Rode fietstassen, dat moet Nicolas zijn! Jawel, hij heeft overnacht ergens bij een hotspring. We gaan samen verder. Ik ben nog steeds veel sneller bergop maar de temperatuur is nu beter om te wachten en de klimmen zijn korter. We gaan wel een reeks kammen over voordat we Baishuta bereiken. We kunnen vlakbij de kalkafzetting overnachten en 's ochtends wandelen we daar eerst heen. Vooral het Tibetaanse gedoe bovenop de afzetting is fascinerend. Vuurtjes stoken en eten in een bron gooien, hoewel ik dat laatste niet snapte en dus de rijst tegen een standbeeld gooide.
De resterende kilometers naar de Tiger Leaping Gorge zijn langer dan we hadden ingeschat. Maar tjeemig, wat een heerlijke afdaling. Joehoe!!!!!!
We slapen in de gorge in een leuk guesthouse met geweldig eten. En dat met uitzicht op de Yangtze beneden ons en een rotswand van 2000 meter tegenover ons. Even heen en weer gefietst door Gorge. Het is wel mooi.
De Yangtze de volgende dag oversteken met een pontje is andere manier om je energie kwijt te raken. De afdaling naar aanlegplaats, dat is de steile oever waar het pad eindigt, is nog wel te doen. Nou ja, totdat de veerman van de andere oever gebaart dat we naar de andere aanlegplaats moeten. We slepen onze fietsen over de rotsen naar een andere plek. De overtocht duurt niet langer dan vijf minuten. Vervolgens zijn we een uur bezig om de fietsen weer bovenop het plateau te krijgen waar de Yangtze zich doorheen heeft gesneden. Een fiets is om mee te fietsen!
De rest van de dag lekker bergop fietsen om het dal uit te komen. We zoeken een slaapplek als een minibusje stopt. De bestuurder stapt uit en de bijrijder rijdt verder. Als ze de bocht omgaan horen een we enorme klap en het geluid van een motor in zijn vrij. Het busje ligt in de greppel aan de bergzijde. Zo'n twee meter lager. Best knap zonder enige verkeer zo van de weg raken. Verderop kraken we een hutje.
De volgende dag gaan we nog een stukje bergop en dan gaan we verder naar de eerste toeristische attractie op deze route. Dan wordt het ook opeens druk met groene bussen op de weg. De attracties hier zijn kabelbanen en stoeltjesliften naar hoog gelegen plekken die allemaal "weide" in hun naam hebben. We gaan ze niet bekijken. De liften zijn natuurlijk duur en bovendien is het bewolkt en kun je niet echt genieten van het uitzicht op de Jade Dragon Snow Mountain. Na de tweede lift omhoog komt er elke 2 minuten een grote groene bus voorbij. We naderen duidelijk Lijang. De laatste afdaling is geweldig en lekker lang. Na een bezoek aan een tempel met fresco's die redelijk grondig zijn verwoest door Rode Gardisten en al de toeristische stalletjes eromheen komen Nicolas en ik aan in Shuhe. In de Tiger Leaping Gorge werd hier ons een guesthouse aanbevolen. Het is er inderdaad leuk en als Peter, de Nederlandse eigenaar, terug is van hardlopen spreken we een "fietsersprijs" af voor de kamer. Peter is een zelf een fietser die in China / Tibet is blijven hangen. Vrouw ontmoet ..... en dan ach. The Nomad Guesthouse blijkt een heerlijke afwisseling te zijn. Alles is schoon en dat valt pas op als het echt zo is. We eten twee dagen vegetarisch buffet. Ik bezoek Lijang dat slechts 5 kilometer verderop ligt
Na de minivakantie willen we naar Dali verder gaan. Op advies van Peter gaan we eerst naar Shaxi. Zoals altijd is er een reden om het vertrek uit te stellen. Dit keer is het regen; wat is het toch met vertrekken uit rustplaatsen? In de middag gaan we op weg. We worden uitgezwaaid door Peter en zijn vrouw. Telkens als ik denk dat we voornamelijk gaan afdalen blijkt er toch weer een pasje tussen te zitten. Na een steile afdaling krijg ik een lekke band. Mijn velglint is verschoven en de nippel van een spaak heeft het lek gemaakt. Het wordt ook al donker dus we duiken en hotelletje in.
De weg naar Shaxi gaat weer omhoog maar is heerlijk rustig. We fietsen vanuit de rijstvelden in het brede dal, door dennenbossen met af en toe fruitbomen naar een ander dal. Het is heerlijk weer.... In Shaxi is het marktdag en een drukte van belang. Er gaan ook nog steeds bussen en auto's door de kraampjes door. In het midden staan deze vast omdat ze van twee richtingen komen. Met de hulp van een amerikaans stel vinden we het oude gerestaureerde deel. Het is een minder ontdekt plekje in China. Erg mooi, niet verpest zoals Lijang, waar veel te veel toeristische shops zijn. Zoveel dat het erg moeilijk is om een nog iets authentieks te zien. In Shaxi is het anders. Ik hoop dat het zo blijft. We slapen erg goedkoop in een basic guesthouse. Wel met WiFi!
De pas die we overheen moeten om naar Dali te gaan is behoorlijk hoog, maar ik merk dat ik ontzettend veel bloeddoping heb. Ik fiets lekker omhoog zonder problemen. Ik kan het bijna fluitend doen. Op de pas maak ik koffie en opeens is daar Nicolas. Ik had gerekend op een uur voorsprong! Hij hangt aan een touw achter een kleine truck. Deze ging niet zo hard dus hij kon het touw makkelijk vasthouden. Na een lange afdaling met heel veel split in de bochten (dus slakkengang naar beneden) komen we aan op de hoofdweg naar Dali. Het is ondertussen al donker en in het eerste plaatsje vinden we een hotel met een zwembad. Snel even eten en dan in het bloedhete water liggen. Er is hier blijkbaar een hotspring. Week van het water lekker slapen.
Op de weg naar Er Hai, het meer waar Dali aan ligt, komen we een spaanse fietser tegen. De eerste buitenlandse fietser die ik tegenkom, buiten Nicolas, sinds mijn vertrek uit Kashkar! Hij gaat naar het noorden en komt uit Laos. Even wat tips uitgewisseld. Nicolas heeft een hinderlijk geluid ergens in zijn trappersysteem. Hij herplaatst de cranks, maar het geluid blijft. We gaan eerst naar Shuan Lang. Een klein vissersplaatsje aan de oostoever. We eten een baars en genieten van het leven op de straat.
Door al het gerepareer aan de fiets van Nicolas is het al laat als we de weg naar Dali opzoeken. Even later komt Nicolas er achter waar het geluid vandaan komt. Zijn linker trapper zit los in de crank en het schroefdraad is naar de knoppen in de crank. We zoeken naar een nieuwe crank in het eerstvolgende plaatsje. Niets te vinden en ik ga alleen verder want Nicolas gaat proberen een bus te pakken. Volgens de Lonely Planet is het rustig fietsen op de oude weg naar Dali (de 214). Dat klopt inderdaad voor de eerste kilometers, dan blijkt dat er een snelweg wordt aangelegd en verandert de weg in een weg in aanleg. Het is weer hobbelen en schiet niet op. Ik keer terug naar de nieuwe weg. Dan maar roet happen. In het donker kom ik aan bij de Jade Emu Hostel. Hier is mijn bankpas. Nicolas komt 15 minuten na mij aan aan. Hij heeft uiteindelijk een cranck gevonden en heeft geen omwegen genomen.
Gisteren Dali bezocht. Het is hier ook toeristisch maar er zit tenminste nog leven in het plaatsje. We komen Kristof tegen. Een Belgische fietser die eerder met Holger heeft gefietst. Hij vertrekt deze dag nog in de richting van Laos. Misschien kom ik hem nog wel ergens tegen. Vandaag weer nieuwe foto's op de website gezet. Verder is het plan om uit te zoeken welke route ik ga nemen naar Laos en verder. Moet ondertussen ook weer eens een tijdschema maken. Morgen weer op de fiets. Het is nog steeds mooi weer, frisjes, zeker in de nacht, maar heerlijk om te fietsen.
Enkele dagen geleden begonnen met het slikken van Lariam. Dat is een profylaxe tegen Malaria. Ik hoef het maar 1 keer per week te slikken. Lariam is berucht. Er gaan allerlei wilde verhalen over de bijwerkingen. Zo zouden er zelfmoordpogingen te wijten zijn aan dit middel. In de bijsluiter staat dit ook vermeldt. Ook zou je er flink van gaan dromen, soms zo erg dat je er moe van wordt.
Na het slikken van mijn eerste pil heb ik op mijn iPhone de meest depressieve muziek geselecteerd die ik kon vinden. Tears for Fears met Mad World (versie Gary Jules) en de jonge jaren van Nick Cave toen hij zong en schreef voor The Birthday Party (Deep in the Woods). Het had geen effect. Geen neigingen om me voor vrachtwagens te gooien of mezelf te elektrocuteren aan de her en der blootliggende draden. En ondanks dat het refrein van Mad World "And I find kind of funny, I find kind of sad/ The dreams in which I'm dying are the best I've ever had" luidt, vallen mijn dromen reuze mee. En ik had me zo verheugd op wat spanning in de nacht, jammer.