voorbereiding 6
2 april 2010
Als ik opsta ligt er hagel in de tuin. En het blijft liggen. Ik loop naar mijn buitenthermometer, wil wel weten in wat voor temperatuur ik morgen vertrek. Maar de thermometer heb ik al ingepakt. Ik heb eigenlijk alles ingepakt. Of het zit in dozen om op te slaan of het zit in mijn fietstassen. Al een week slaap ik op een matrasje, want mijn bed is weg, net als een groot deel van de huisraad.
Eergisteren heb ik afscheid genomen op mijn werk. Het was een leuk afscheid. Ze hadden er echt iets van gemaakt. Meteen wordt dan ook de paradox van afscheid nemen duidelijk: hoe beter, hoe zwaarder.
Eigenlijk is de reis al begonnen. Hoewel ik nog niet op de fiets zit, krijg ik al een stuk van de visumblues die bij de stan-landen hoort. Het visum van Oezbekistan wil maar niet lukken. Er moet een toestemming komen van het ministerie van Buitenlandse zaken van Oezbekistan en die is ergens in de bureaucratische molens verdwenen. De oplossing is nu dat ik mijn oezbeekse Visum bij de ambassade in Kiev ga halen. De toestemming wordt dan daarheen gezonden. Hopelijk gaat dit goed!
De laatste dagen voor het vertrek zijn raar. Ik heb geen flauw benul meer waar ik aan begonnen ben. Soms ben ik rechtuit bang, dan wil ik niets liever dan op de fiets springen en weg zijn. De grootste zorgen heb ik nog of ik alles wel in mijn tassen krijg (lukt) en of het huis wel leeg is als ik vertrek (en dat lukt ook).
Morgenochtend om 11.30 uur vertrek ik. En ik zie op tegen het afscheid nemen van mijn vrienden en familie. Maar het is ook eindelijk zover dat ik ga!
een voorzichtige Joehoe!!!