Rusland 1
12 mei 2010
Na de korte nacht zit ik weer op de fiets. Het wordt vandaag een zen-dag. Ik heb vrede met de tegenwind en ga rustiger er tegenin. Niet forceren, maar gewoon fietsen.
De dag loopt grotendeels over een snelweg. Dat is dus een tweebaansweg met iets meer verkeer. Gelukkig ook met een verharde berm zodat ik passerende vrachtwagen ruimte kan geven. Mijn intepretatie van zen is dat ik elke 20 km een goede pauze neem, heel veel drink en dat mijn tempo laag mag zijn. Ik ga zoals ik ga. Niet: “ik moet 18 km/u rijden”, nee, 12 km/u is ook prima, gewoon rond blijven draaien. Halverwege stop ik bij een leuk eettentje en heb een lekker pauze met Borsj en Blini’s (gevulde flensjes).
De zentaktiek werkt en na 130 km lig ik tevreden in mijn tent. Wel moe maar het is geen worsteling geweest.
De volgende dag, 9 mei “bevrijdingsdag”, kom ik door Zaporisha. Dit een grote plaats met een eiland waar de Kozakken hun basis hadden, maar die is ontmanteld door Catharina I. Ik zit weer een tijdje te lummelen in een koffiebar. Ik zie aan de overkant op het terras van MacDonalds een bruidspaar zitten…. Tsja, ze maken graag bruidsfoto’s op hun favoriete plekken, dus ze zullen elkaar daar wel hebben ontmoet (denk ik in een romantische bui).
Eigenlijk blijf ik te lang hangen en vertrek te laat voor mijn laatste 30 km. Ik rij ook ook nog eens verkeerd zodat ik in de schemering op een weg zit waar te hard wordt gereden. Voel me niet zo veilig en besluit maar wat eerder te stoppen. In een dorpje vraag ik naar een plek voor mijn tent en al snel staat mijn tent naast het “buurthuis”. Eeen schaar van jeugd heft zich om mij heen verzameld en stelt me de gebruikelijk vragen. Waar vandaan, naam, hoeveel km, enzovoort. Net als ik de tent wil inruimen, zegt een man mijn tent ergens anders op te zetten. Gedwee pak ik alles weer in en ga met hem mee. Zijn betere plek is tussen de landbouwmachines onder een lantaarnpaal. Dat licht is wel handig, vindt hij. Maakt mij niets uit. Misschien is het wel een betere plek want die jeugd werd ook steeds meer dronken en later vast ook wat vrijmoediger.
10 mei is de dag na de echte bevrijdingsdag, maar omdat dat een zondag was, wordt het de maandag pas echt gevierd. Lekker rustig op de weg en in het eerste plaatsje kom ik in gesprek met wat jongens op een terrasje. Leuk gesprek omdat 1 van de jongens erg creatief is met handen- en voetentaal. Mijn Russisch gaat erg langzaam beter, heb wel baat bij de lessen die ik had genomen in Hasselt. De dienster wil erg graag een souvenir en ze krijgt uiteindelijk een vingerlampje van me. Eigenlijk wou ze mijn bel hebben, maar die krijgt ze niet!
In Pologi kom ik langs en groot terras, dat vol zit. Ziet er gezellig uit en ik ga er koffie drinken. Al snel zit met een stel mannen aan tafel. Allemaal min of meer dronken. Ik krijg eten toegestopt en ik ook telkens wodka. Gelukkig mag ik dat afslaan met de redden dat ik nog een stuk ga fietsen en dat ik een sportsmen ben. Ik toost dus met water. Ik krijg nog wat nuttige informatie mee, zoals bijvoorbeeld dat de vrouwen in hun plaats mooier zijn dan in Mariopol. En dat de vrouw van een van de mannen tulpen erg mooi vindt. Een van de mannen heeft een kwade dronk en begint me uit te schelden en boos aan te kijken. Zijn vrienden sturen hem naar huis en voelen zich erg opgelaten. Gelukkig komt de goede sfeer weer terug als hij weg is. Mijn fietstassen zitten vol cake, worsten en appels als ik verder ga.
De volgende dag rij ik Mariopol binnen. De naam staat al een hele tijd in mijn hoofd sinds de start van de voorbereidingen voor deze trip. En nu als ik er ben, blijkt het een grauwe stad te zijn met een vieze lucht (ik krijg een prikkelende keel als ik fiets) en een uiteengeslagen centrum. Krijg ook rare reacties als ik vraag waar het centrum is. Dat is voorstelbaar. Het is alsof iemand op de Coolsingel in Rotterdam vraagt waar het centrum is, ook dan zal je niet makkelijk een antwoord kunnen verzinnen. Na een pizza vertrek ik richting de grens met Rusland. Ik fiets langs de grote staalindustrie en ben blij als het gaat regenen, want dan slaat het stof lekker neer.
Zo’n vijf kilometer voor de grens zet ik mijn tent op en als ik wakker word, ben ik in mijn tent samen met ongeveer 200 muggen. Gelukkig zitten zij tussen binnen- en buitentent.
Bij de grens blijk ik niet onopgemerkt gekampeerd te hebben. Een Oekrainse grenswacht had me gezien! Ik mag de Oekraine uit en bij de Russische grens moet ik een formulier invullen en bekijken ze vol interesse mijn medicijnen en moet ik nog wat fietstassen openen. Gewoon om te kijken of ik zenuwachtig word, denk ik. Echt iets zoeken doen ze niet. Wel is er nog een hond langs komen snuffelen.
In Taganrog ga ik eerst opzoek naar een geldautomaat. Daarna even langs het huis van Tsjechov en zijn standbeeld gefietst. Na veel vragen kom ik uiteindelijk bij mijn overnachtingsadres die Hans (een college uit Breda) voor me heeft geregeld. Huizen in Rusland hebben geen deurbel kom ik achter en ik bel het telefoonnummer dat ik van Hans heb gekregen en krijg daar Natascha aan de lijn. Ik praat Engels en zij Russisch dus dat leidt tot weinig, maar ik als ik op een bankje voor de woonkazerne wacht komt de moeder van Lena en kan ik naar binnen. Ik mag meteen douchen. Wat een genot na 7 nachten ongewassen en ongeschoren fietsen.
‘s Avonds (gisteravond) hebben Lena en Andrei foto’s gekeken op de computer. Het praten lukt al steeds beter, door pen en papier, woordenboek en wapperen met de handen. Zo meteen ga ik naar het ziekenhuis om even naar mijn voet te laten kijken. Op de wreef heb ik een klein wondje. Het is een onbewust opengekrabde muggenbult en daaromheen is een rode vlek ontstaan. Ziet er ontstoken uit en ik wil niet dat het uit de hand gaat lopen.
let op: ik heb ook nog een tweede verhaal (6 mei) gemaakt, klik op 'volgende'.