Vietnam 1
15 jan 2011 (2)
Hoi an - Vietnam! Een nieuw land en het voelt ook echt anders. Het leeft hier meer. Er is tempo. Je moet veel meer afdingen. Gemeenschappelijk is de vriendelijk van de mensen. En dan is er de koffie..... echt koffie, maar dan toch weer anders.
Bij Bo Y steken we de grens over. Zoals gewoonlijk snap ik niet wat de procedure is, maar het gaat, ook zoals gewoonlijk, zonder enig probleem. Wel worden voor de eerste keer mijn tassen door een scanner gehaald. Het eerste wat we doen in Vietnam is eten. Niet het beste eten, maar wel weer anders dan Laos. Een koude vleessalade met gestoomde rijst en een soep. We krijgen nog gratis bier aangeboden van de wachtende truckchauffeurs. Nog even niet. Vietnam is helemaal anders. Net als in China wordt er flink aan de weg getimmerd. Er is veel meer leven op straat. En als we in Dak Plei aankomen valt het op hoe druk het is. We wisselen geld en gaan verder. Bij een tankstation krijgen we koffie aangeboden.
We fietsen tegen de wind naar het noorden. Het gaat op en af en Enora heeft het weer moeilijk. Haar buik is nog steeds helemaal van streek en ze is erg moe. We kunnen kamperen in Dak Nay achter een restaurant.
De volgende ochtend ben ik weer doktertje aan het spelen. Ik diagnotiseer bij mezelf dat ik Giardia heb. Dit is een parasiet die zorgt voor misselijkheid, bijkpijn, overmatige gasproduktie, boeren, etcetera. Hier heb ik al een tijdje last van. Enora herkent zich volledg in mijn symptomen, behalve dat ze ook nog eens erg vermoeid is.
In Dak Glei ga ik naar het ziekenhuis en weet daar de de juiste medicijnen te krijgen (de wist ik al) en ook de juiste dosering. Ik begin met mijn volgende kuur. Ik zit nog aan de antibiotica. Maar voor de rest voel ik me eigenlijk geweldig. Vietnam bevalt me na 1 dag fietsen. Enora en Dado nemen de bus naar Danang. Enora heeft te veel last om te fietsen. Ik ga in mijn eentje verder. Ook wel weer lekker om alleen te zijn. Ik fiets naar een pas. De weg is af en toe erg steil en bovendien is er veel tegenwind. Toch is het genieten.
Op de weg ligt een mobieltje. Niet kapot, maar verloren en werkend. Ik stop hem in mijn tas. Verderop bedenk ik dat dit me geen karmapunten gaat opleveren. Er staat een jonge vrouw langs de kant van de weg. Ik geef haar de mobiel en leg uit dat ik hem net heb gevonden. Ze zal wel weten wat te doen. Ik niet.
Bovenop de pas is het mistig en nat. Ik eet een noodlesoup, trek mijn regenjas aan (!) en duik de afdaling in. Het is nu weer regenwoud en ik geniet van elke meter. Water overal en heel veel, heel veel groen. Ik slaap in een guesthouse in Kham Duc.
Ik neem de eerste weg naar rechts, weer op weg naar het oosten, richting de zee. Ik fiets door een dal waar ze een grote stuwdam aan het bouwen zijn. Waar ik nu fiets is er straks water. De weg is smal en kapot gereden door de vele vrachtwagens. Het is voornamelijk afdalen en het is relaxed fietsen. Ik verlaat het regenwoud en fiets tussen de uitgestrekte rijstvelden. Ik vraag veel naar de weg. Ik wil naar My Son. Dit is een Cham tempelcomplex en ergens moet ik een weg naar links vinden. Na de lunch zit ik op de goede weg en ik ga weer omhoog naar een kleine pasje. Ik eet daar een hapje en drink wat bier met wat truckchauffeurs die hier geld offeren bij een klein tempeltje. Ze drinken veel bier, dus ik hoop dat ze bidden dat ze niet fietsers van de weg rijden.
Op de kilometerpla zie ik dat My Son nog maar 18 kilometer weg is. Het is nog vroeg in de middag dus ik neem de tijd om lekker te pauzeren. Op een bruggetje kan ik het mooie dal zien waar ik nu ben. De dalbodem liggen wonderbaarlijk groene rijstvelden. In een plaatsje drink ik nog een koffie voordat ik de laatste 14 kilometer naar My Son doe. Ach, had ik maar wat minder gelummeld....de weg naar My Son zet een nieuwe standaard voor "slechte weg". Het is of diepe blubber of de weg is onfietsbaar geplaveit met willekeurige geplaatste grote stenen. Onder de blubber, met mijn kont in mijn kop en mijn hersens in mijn knieen kom ik weer op asfalt. Daar is een restaurant en een Guesthouse. Ik poets mijn fiets, poets mezelf en eet goed in het restaurant. Ik help de dochter nog wat met haar huiswerk.
My Son is een groot tempelcomplex dat door de tijd flnk verwoest is. De Amerikaanse bommen hebben hier een flinke bijdrage aan gehad. In de tentoonstellingsruimte hangen foto's van Viet Minh soldaten die het tempelcomplex aan het "beschermen" zijn tegen de amerikanen. De Viet Minh hadden hier een basis ingericht en werden er vervolgens uitgebombardeerd door de VS. Gelukkig valt er nog wel wat te zien en de ligging van de tempels is magisch. Ingesloten door de bergen met meanderende stroompjes.
Als ik in Hoi An aankom tref ik Enora en Dado weer. Hoi An is een oud stadje mt heel veel charme. Het is hier heerlijk relaxed en hoewel er veel touristen zijn, is er nog wel echt leven. Het weer wordt steeds kouder. Er is een koufront uit het noorden gekomen. In Noord Vietnam schijnen veel Buffels te sterven aan de kou. Kou is hier wel betrekkelijk. Met een trui aan heb je het weer warm.
Vanaf hier ga ik verder naar het zuiden. Richting Saigon. Niet veel plannen, ik zie wel waar ik uit kom. Moet alleen het land uit voor 5 februari.