Cambodja 1
13 feb 2011 (2)
Phnom Penh - Ergens tussen Kampot en Takeo rust ik uit in een onbemand stalletje met een hangmat. Een oude vrouw komt aangelopen en bestudeert mijn fiets. Mijn stuurversiering trekt de aandacht en ze wijst naar de kralenketting die ik ooit heb gevonden in Laos. Ik geeft het haar. Ze komt even later terug met een glas kokosnootsap. Cambodja!!
Ondanks de verhalen over oplichting, afpersing en omkooppraktijken bij de grans met Cambodja ben ik binnen 20 minuten de grens over zonder meer te betalen dan officieel nodig. Ik heb zelfs een leuk gesprek met de douaniers. Dus de grensovergang Polen-Oekraïne blijft op koppositie staan in de lijst van grensovergangen waar ze moeilijk doen.
Was het laatste stuk in Vietnam groen van de nieuwe rijst. Cambodja is bruin en donker. De rijst is geoogst en de velden staan droog. Het landschap is weer kleinschalig en de mensen leven weer in hutten van hout en bamboe. Het is weer veel wuiven en hello roepen. Soms over honderden meters. In fiets langs zoutpannen naar Kep. Op een kruispunt eet ik voor het eerst Cambodjaans. Ik kijk in de pannen en kies rundvleees met groenten en rijst. Het is heerlijk. Dus ik bestel een tweede portie, nu met garnalen, mjammie!
Bij een pier vertrekken er bootjes naar een eiland en ik vraag een stel backpackers waar die heen gaan. Ze komen net van het eiland waar de boten naar toegaan. Het is daar heerlijk relaxed en goed eten. Ik wil er heen, maar helaas zit het eiland al vol. Ook in Cambodja wordt chinees nieuwjaar gevierd. Ze hebben ook nog een Khmer nieuwjaar. Dat heet van twee walletjes eten! Ik fiets langs stranden vol met Cambodjanen. Ze zwemmen hier volledig gekleed, maar voor de rest is het bijna Zandvoort. Het is ondertussen bloedheet maar ik heb nog geen zin in zeewater.
In Kampot blijf ik twee dagen. Het is er lekker rustig. Een slaperig koloniaal stadje aan een rivier. Weinig te beleven. Ik neem een massage zonder knipoog (geen "happy ending"). Heerlijk. Een rustdag is ook goed om mijn fietsbroek te laten repareren. Ik heb er een winkelhaak in gescheurd. Voor de rest hang ik wat rond in de bar van de Rusty's Keyhole en praat wat met mensen die de beroemde Kampot peper in de wereld proberen te verkopen.
Als ik weer op weg naar Takeo ben, kies ik een rustige route. Het is om en onverhard maar daardoor ook weer heel mooi. Na tien kilometer: pfffssssss, weer mijn achterband! Loop naar schaduwplek en bekijk de schade. Er is een gat gevallen in mijn buitenband! Na 20.000 km is de band op. Ik repareer met ducktape de buitenband. plak de binnenband en verwissel de banden. Als voorband heeft ie een iets makkelijker leven. Ik besluit terug te steken naar een grotere weg om bij te kunnen liften mocht het helemaal mis gaan. Ik stop voor een siesta en ruil daar mijn kralenketting met de oude vrouw. De blijschap in haar ogen is groot. Ik denk niet dat ze veel sieraden in haar leven heeft gehad.
Takeo is een plaatsje aan de rand van een groot overstromingsgebied van de Mekong. Nu zijn het rijstvelden, maar in de regentijd is het alleen water. Het lijkt nu op Urk. Een eiland op het land. Weer heerlijk eten op de markt, dubbele portie. Als ik 's avonds een biertje drink in een cafe krijg ik gezelschap van een engels sprekende vrouw. Haar intenties zijn duidelijk en ik schuif haar hand van mijn knie. Lastige situaties zijn dit. Ik wil ook niet bot zijn, maar misschien is dat de enige manier om helder te zijn over wat ik (niet) wil.
De volgende dag probeer ik eerst naar Ankhor Botei te fietsen. Je kunt er met de boot heen, maar dat is $ 30. Ik kom tot halverwege maar dan is er nog teveel water om verder te fietsen. Een boot hier kost nog steeds $30 dus ik besluit om terug te fietsen en direct naar Phnom Penh te gaan. Het is lang niet zo druk als Vietnam. Lekker fietsen. Ik stop vlak voor Phnom Penh bij de Killing Fields. Hier werden in de Khmer Rouge tijd zo'n 20.000 gevangen doodgeknuppeld en in massagraven gegooid. Er is een grote Stupa gebouwd waarin de botten van de helft van de graven zijn verzameld. De andere graven zijn nog dicht. De vogels fluiten als een troost in de boom waar ze kinderen tegen doodslagen. Wij mensen hebben duistere hoeken in onze ziel, die dit mogelijk maken.Een groep Duitsers deden het in Birkenau, een groep Amerikanen deden het in My Lai, een groep Cambodjanen deden het hier. En tijdens de politionele acties in Indonesie hebben Nederlanders huisgehouden..... hele duistere hoeken.
In Phnom Penh heb ik een aanvraag gedaan voor mijn Thai visum. Dit duurt in totaal zes dagen door het tussenliggende weekend. Genoeg te doen en bezichtigen. Slenteren door de stad. Een nieuwe buitenband gekocht, zodat ik weer echt vooruit kan.
Ook naar Tuol Sleng geweest. Dit was de grootste martelgevangenis van de Khmer Rouge. Het is nu een museum. Ze hebben portretten gemaakt van alle gevangenen. In de ogen van de gevangenen zie je de berusting, woede, ontzetting, verschrikking. Bij sommigen zie je dat ze eigenlijk al gestorven zijn. Het licht in de ogen is al weg. Maar 7 mensen hebben deze gevangenis overleeft. De rest is gestorven tijdens de marteling of afgevoerd naar de Killing Fields. Er is een tentoonstelling gaande met schilderijen van Peter Klashorst. Hij heeft grote portretten gemaakt van sommige foto's. Hij heeft de emotie van de gevangen proberen te vangen. Succesvol, denk ik.
Buiten de gevangenis/museaum leeft Phnom Penh. Heel veel leven. Het bruist.
Gisteren naar een Fun Fair geweest van Friends. Een straatkinderen project. Ik ontmoet daar Aziza en Jorma weer. We hebben elkaar in Kaskhar voor het laatst gezien. Vijf maanden en 10.000 km geleden. Erg leuk om ze weer tegen te komen. Het is geen toeval dat ik ze hier tegen kom. Ze hebben tijdens hun reis geld ingezameld voor Friends (zie www.friendsonwheels.nl).
Vandaag ga ik naar het Nationaal Museum om daar de Agkhor kunstschattien te zien. Als ik dinsdag mijn visum voor Thailand heb, ga ik op weg naar Siem Reap. Daar ligt de Ankhor Wat en en nog vele andere Ankor tempels.