deel 4

Noordkaap, deel 4

11 juni 2006

Het gaat nog steeds goed met me. De laatste keer dat ik mailde was ik een dag rijden voor Trondheim. Nu ben ik Bodø, dat is alweer zo 800 kilometer daar voorbij.

 

In Trondheim heb ik na 15 dagen fietsen mijn eerste rustdag genomen. Een jeugdherberg opgezocht en een dag door de stad gelopen. In de jeugdherberg een Belgische fietser ontmoet die ook naar de Noordkaap ging. Hij ging echter al meteen weer weg en volgde een andere, minder interessante, route. De jeugdherberg was nou niet meteen de gezelligste plaats om te verblijven. Je hoefde net niet meer corveediensten te draaien, maar het was voor de rest helemaal niets. De stad is echter wel leuk, maar echt bruisend is het nou ook weer niet. De kathedraal is mooi en de national art gallery had goede moderne kunst. Ik kwam op de zaterdag voor Pinksteren aan. Het bleek dat dit voor die Noren een goede reden was om de winkels om 16.00 uur dicht te gooien in plaats van de 20.00 uur. En ik ging natuurlijk mijn boodschappen voor zondag en pinkstermaandag om 16.05 doen...... Gelukkig was er nog een Iranees winkeltje open en heb ik een soort van Perzische maaltijd gemaakt. Hoewel ik niet weet hoe dat nou moet. Iets met Couscous en lekkere kruiden.

 

Op pinkstermaandag ben ik weer op de fiets geklommen en naar weer naar het Noorden gegaan met tegenwind. De eerste 120 kilometer loopt over de E6 en dat was minder prettig. Die weg is gewoon te druk en je ben alleen maar bezig om netjes aan de kant te blijven. Na Steinkjer kon ik gelukkig de E6 af en een rustigere route opzoeken die naar de Kystriksveien (RV 17) zou lopen. Om een een of andere reden kreeg ik een geweldige geestelijke terugslag. Om alles compleet te maken eindigde ik op een aftandse camping, waar geen hond was, behalve een paar Duits sprekende oude Noren, en die ook nog eens geweldig duur was. Ik ging even heel diep nadenken over mijn relatie die nu ten einde was. Begon zelfs te twijfelen of deze echt wel was afgelopen. Een kort telefoontje met mijn ex loste dat vraagstuk snel op. Wees niet bang, na deze dip kon ik mezelf weer oprapen. Ik heb me ervan overtuigd dat zelfmedelijden niet echt de leukste vorm is om de rest van je leven in te moeten blijven hangen. Bovendien scheen de volgende morgen de zon en kon ik beginnen aan een hele mooie route langs fjorden, eilanden, slikken, bruggen en bergen. De vorige dag had ik in mijn depressie 176 km gefietst dus ik had niet zo zin om me dan weer uit te sloven. Ik eindigde uiteindelijk in een plaatsje vlak aan de kust. Ik kon mijn tent op 10 meter van de zee opzetten. Van een stel Engelsen bier gekregen (zij vonden het te slap) en de wereld was opeens weer mooi. Heel mooi als je voor je in de smalle passage de boten van de Hurtigruten elkaar begroeten met hun scheepshoorn.

 

De dagen erna lieten zich schetsen als heel een hele mooie route met veel veerpontjes en heel veel water in de zee, in de meren en vallend vanuit de lucht. Gelukkig wel veel wind mee. Op een dag twee Fransen tegengekomen. We kwamen tegelijk zeiknat bij een pontje aan. Op de camping aan de overkant gekampeerd en samen gegeten. Joël bleek een man te zijn die twee jaar geleden fietsend overhoop was gereden door een dronken automobilist. Na een lange revalidatie gaat hij nu naar de Noordkaap. Hij fietste in een ligdriewieler omdat zijn evenwichtsgevoel aangetast is. Hij was wel een beetje vreemd. Hij werd begeleid door een vriend van hem (Benjamin), die het volgens mij wel een beetje gezien had om samen met die Joël te fietsen. Als we maar even alleen waren kwamen er allerlei verhalen over de onhebbelijkheden van Joël naar buiten (http://voyagejoel.blogspot.com/).

 

Gisteren was het eindelijk weer eens een droge dag en kon ik lekker weer eens wachten op een pontje. Die Noren vinden het af en toe niet goed dat je met de fiets door een tunnel gaat. Als alternatief sturen ze je dan langs een omweg met een pontje dat maar drie keer per dag vaart. Tsja dan zit je weer te wachten op een godvergeten plaats. Ze hebben die tunnel speciaal aangelegd om dit soort plekken te vermijden en dan moet ik daar juist wachten. Het leverde uiteindelijk wel op dat ik twee Noorse studenten trof. Met hen heb ik de rest van de dag opgetrokken. Dat was wel eens een keer leuk om zo te fietsen. Het was een stel en de jongen was in Kristiansand begonnen en exact dezelfde route gevolgd als ik. Hij lag een dag of vijf op mij voor. Op dat moment ging hij ook snel want zijn meisje wachtte op hem in Trondheim. We konden in ieder geval het gevoel delen dat je denkt dat je de enige bent die zo'n zware route uitkiest. Na een tijdje ging bij hen het licht uit en gingen zij een plekje zoeken om te slapen. Ik ben doorgefietst naar Saltstraumen waar iedere 6 uur een grote getijdenstroom is te zien. Het doorfietsen had als voordeel dat ik ook nog wat regen kon mee pakken. Een dag zonder regen hoort niet bij Noorwegen, daar doe je het toch voor.

 

Die getijdenstroom was wel leuk. Ik kon vanochtend lekker in de zon zitten en het bewonderen. Het mooiste waren alle zeevogels die het gebeuren zien als een grote snackbar. Gisteren had ik al enkele zeearenden mogen spotten en vandaag heel veel eidereenden (naast wulpen, scholeksters en meer van dat kustlijnspul).

 

Nu wacht ik op de boot naar de Lofoten. Deze gaat om 17.45 uur weg en komt dan om 21.00 uur aan. Ik wil dan nog even naar Å fietsen. Geweldig een plaatsnaam met maar 1 letter! Als ik een beetje geluk heb kan ik ook de middernachtzon zien. De zon gaat hier namelijk niet meer onder en tot nu toe schijnt de zon en is het lekker weer. Als ik het over vandaag heb kan dat best meer dan 200 uur bestrijken. Ik zal me voor de duidelijkheid aan de kalender houden.

 

Ik heb nu ongeveer 2800 kilometer gefietst en heb naar mijn berekening nog ongeveer 960 kilometer naar de Noordkaap te gaan. Ik ben dus al heel ver op weg. Ik ben nog aan het denken wat ik ga doen als ik op de Noordkaap aankom. Ik heb zoals het zich laat aanzien redelijk wat tijd over, misschien nog een stukje verder fietsen.... Eerst maar een zien of ik daar nog wel zin in heb.

 

Mentaal: Na mijn dip op de dag na mijn rustdag, voel ik me prima. Ik heb echt vakantie. De ontmoetingen worden beter omdat hier gewoon meer mensen onderweg zijn. Veel mensen hebben me daarover gemaild en dachten dat ik niemand tegenkwam omdat als een idioot aan het fietsen was. Nee, dat was niet zo. In die dorpen en campings in bergen kom je gewoonweg niemand tegen en om nou een heel lulverhaal tegen een caissière te gaan houden en dat als een sociaal leven te bestempelen, wil ik nou ook weer niet. Ik weet zeker dat ik straks op de boot weer medefietsers ga tegenkomen. Dat is in dit stadium van de tocht haast onvermijdbaar.

 

fysiek: Ik zal jullie verdere verhalen over steenpuisten besparen. Ik heb daar niet echt last van. Wel krijg ik steeds meer een probleem met mijn pink en ringvinger van mijn rechterhand. Ik moet heel bewust mijn hand ontlasten tijdens het fietsen en veel van positie wisselen. Ik heb het gevoel dat het niet meer erger wordt, maar de tinteling blijft en mijn rechterhand heeft ook niet zoveel kracht meer. Het heeft te maken met een ingeklemde zenuw. Mijn knieën worden met de dag sterker en mijn conditie groeit ook nog steeds. Ik fietste de twee Noorse studenten er met gemak uit, ook bergop. Dit is allemaal erg lekker want dan kan ik meer om me heen kijken.

 

Zo nu ga ik nog ergens een kop koffie drinken en me verdiepen in wat te doen in Noorse stad op zondag.