deel 2

Noordkaap, deel 2

25 mei 2006

 

Het is nu Hemelvaart en ik ben al weer een tijdje onderweg. 907 kilometer in zes dagen. Met een gemiddelde van 150 km per dag snel ik naar het noorden. Vanaf de start ben ik geholpen met een forse wind in de rug. Dit was natuurlijk zeer fijn, jammer dat deze wind ook gepaard ging met veel regen en dat is minder fijn. Bij elkaar opgeteld zit ik dus op een gemiddeld gevoel.

 

Waar ik nu aan het internetten ben, is een camping ongeveer 60 km onder Viborg. Ik ben dus in Denemarken en ongeveer 220 km van Hirsthals waar ik de boot naar Noorwegen wil nemen. Dat ga ik dus morgen (nachtboot) of overmorgen doen.

 

Direct van huis uit had ik een goede start. Herman heeft me uitgezwaaid en een vertrekfoto gemaakt. 600 meter verder had ik mijn eerste grote obstakel. Er lag een boom over de weg (Wiënweg). De boom was voor een deel op het huis daar op de hoek gevallen.

 

De fiets deed vanaf het begin raar doordat hij toch niet tegen dit soort gewichten op zijn voorvork kan. Bij lage snelheden ging hij hevig vibreren. Bij Hans Stassar op 15 km naar binnen gefietst (letterlijk) en een grote waterdichte tas voor achterop gekocht. Met deze nieuwe gewichtsverdeling gaat hij in plaats van bij 22 km/u nu bij 32 km/u resoneren (ongecontroleerd zwabberen).

 

De reis tot nu toe is allenig, maar dat heb je met solotochten. Door de lange afstanden die ik wil maken, ben ik de hele dag bezig. De totaaltijd op een dag dat ik dat werkelijk aan het fietsen ben, is ongeveer 8 uur. Daarnaast moet ik stoppen om op de kaart te kijken, regenjas aan te trekken en dergelijke. Ik start dus om ongeveer 9 uur en stop pas om 19.30. Daartussen staat mijn hoofd niet naar andere gedachten dan die met mijn reis te maken heeft. Als ik eenmaal op een camping kom, moet ik een andere cyclus starten. Zorgen dat ik eten krijg en dat ik schoon en droog in mijn slaapzak kom. Natuurlijk eerst alle sms'jes beantwoorden en mijn dagboek schrijven.

 

Verder doe ik interessante ontdekkingen. In Duitsland bijvoorbeeld:

  1. In Duitsland moet je gaan roken. Er is een aanmoedigingsbeleid. Op elke hoek waar ik stop om kaart te lezen staat weer een automaat;
  2. Ik beleef lol aan het passeren van snelwegen. Misschien omdat ik weet dat ik daar onderdoor of overheen ben gereden of kan rijden;
  3. Koolzaad ruikt heel muf en er staat heel veel muf spul in Noord-Duitsland;
  4. Als het droog is, gaat het binnenkort regenen. Verschillende keren gedacht dat ik het droog zou houden, vergeet het maar.
  5. Mijn goretex regenjas is een groot goed.

 

Mooi was het fietsen langs de dijk van de Stork richting Itzehoe en het kleinschalig landschap dat in overging in wijds en plat, met windmoelnparken. Zoef, zoef, zoef, een machtig geluid. Heerlijk om langs te fietsen.

 

Ben ik al bezig met vakantie vieren? mmmm, dat weet ik niet. Ik dacht dat het grote genieten zou beginnen zodra ik Denemarken zou binnen fietsen. Dat was gisteren en helaas ging dat vergezeld met een enorme plensbui waardoor ik knap chagrijnig en koud op de fiets zat. Toch ben ik stiekem wel aan het genieten. Ik vind het geen probleem om elke dag weer op mijn fiets te kruipen en om heen te kijken. Roofvogels, schapen, lama's, de muffe geur van koolzaad, windmolens, sluisjes, dijken, ik zie het allemaal en ik voel het ook.

 

Mentaal: Met ups- en downs, maar geen grote dippen, daarvoor is dit toch een te groot avontuur. Ik kreeg een dipje toen ik ontdekte dat ik mijn doorzichtige glazen van mijn fietsbril kwijt was. Vast weggewaaid toen ik een foto aan het maken was. Hoewel futiel ging ik denken waarom ik alleen fiets en zo niet zo raar als je bedenk dat ik zoals dat heet in een scheiding lig, maar je fiets gewoon door en dan raak je dat weer kwijt. Dat is het lekker van dit doen. Het lijkt alsof je heel veel tijd hebt om te denken. Dat klopt ook wel maar niet aan de grote dingen. Je denkt meer aan wat de volgende afslag is, hoe de wind dan staat. Of je moet eten, of nu je linker of rechterknie pijn doet of is het toch je kont. En waarom kan die fiets nou eens niet zo zenuwachtig doen. Hoor ik iets piepen? Op het laatst uitkijken naar een camping. Deze of die iets verder (natuurlijk die iets verder).

 

Fysiek: Mijn knieën gaan goed. Al willen ze af en toe zelf me anders doen geloven. Als je de hele tijd op de fiets zit, dan ga je ieder pijntje opmerken. Als je weet dat je knieën een zwak punt zijn, dan ga je elk pijntje overanalyseren. Ik fiets nog steeds en mijn knieën doen het gewoon. Het buigt en het strekt. Een ander verhaal is mijn zitvlak. Ik heb een leren zadel en die moet je inrijden. Nu weet ik niet wat er dan ingereden moet worden: het zadel of mijn kont? Kortom zeker de eerste 50 km op een dag doen veel pijn. Hoewel het wordt minder (mijn kont raakt ingereden).