Wenen en verder

We zijn een half uur te vroeg op het perron van Amsterdam Zuid. Een rare plaats om een internationale treinreis te beginnen. Het tijdstip van de trein naar Hannover is eigenlijk ook wel onhandig. We stappen in met een stroom van forenzen. Met wat gedoe krijgen we onze fietsen in de beugels en moeten we een man, een beetje boos, van onze gereserveerde plaats verdrijven. Het management van mijn verwachtingen had een rustige trein bedacht. De romantiek van reizen wordt verdrukt door woon-werkverkeer.

 

Na Deventer is het rustiger, de duisternis treedt in en we gaan doordenderen. Met de fiets de trap af in Hannover. Fiets neerzetten en een bratwurst bestellen. Op het plein voor het station drinken we een bier. We zijn nu echt (even) in Duitsland.

Op tijd staan we op perron 4 te wachten op onze nachttrein naar Wenen. Ik maak een grap over een man die wijdbeens wegloopt. Ik leg uit aan Gea dat dit het typisch mannelijk probleem van zware ballen is. We zijn melig. We maken ook grappen over de mechanische omroepstem. Ik doe nog na hoe de computermevrouw "Drei" uitspreekt. Vlak voordat de conducteur van de trein op spoor 3 fluit, kom ik erachter dat dit onze trein is. We rennen de trein in die er al meer dan tien minuten staat. Achter ons slaan de deuren dicht. Het omroepbericht ging over onze trein, oeps, vergeten naar de inhoud te luisteren.

Ook in deze trein heeft mijn management van verwachtingen een romantische overschatting gemaakt. De coupe voor twee personen is feitelijk een in tweeen gedeelde couchette. Samen met de fietstassen is het vol. Het tafeltje annex wasbak is van briljant vernuft. Hopeloos in gebruik, dat wel. De romantiek komt terug met de hapjes en wijn die we bij ons hebben.

In Wenen loop ik kreupel. Zelfs fietsen is een kwelling. Het korte bed in de trein heeft zijn tol geeist. Mijn knie wil even niet. Gelukkig heb ik wat sterke pijnstillers bij me. Zo sterk dat ik later denk dat ik op een boot sta.

We bezoeken wat bouwwerken van Hundertwasser. Gea is helemaal in haar nopjes als haar t-shirt van Goran Bregovic wordt herkent door een van afkomst Servische in het Kunsthaus.

We fietsen langs de Donau. Het water is helder, de hemel blauw, de wind is matig tegen. De route wijkt van de rivier en gaat door over een dijk door een bos. De herfstkleuren brengen hier de afwisseling inde monotonie. Gea hangt in mijn zog om de tegenwind te pareren. Vlak voor het einde maken we ons kamp in het bos. Het is er heerlijk warm. Vanwege de invallende duisternis liggen we vroeg in de tent. De kou is geen probleem. We zweten de slaapzakken uit.

Ik leer Gea beter kennen. Wildkamperen is geen enkel probleem, wel bruggen waar je de diepte in kunt kijken. Ik heb het niet door en fiets te ver vooruit. Op de andere oever is het bijkomen. Goed knuffelen helpt, een pauze met wat eten nog meer. De eerste heuvel gaat lekker. Boven is er uitzicht op Bratislava. We nemen de nieuwe brug naar het centrum en strijken op een terras neer. We hebben de betonnen hangbrug genomen. De brug is een slimme combinatie van de Erasmusbrug en de Euromast.

Weer op de route fietsen we over een dijk. Het is heerlijk warm, maar de wind is ook fors en tegen. Het is ploeteren. Zeker voor Gea die moeite heeft om in mijn schaduw te blijven. We passeren de Hongaarse grens, pinnen en vinden een gesloten camping die open is. We drinken onze wijn in de laatste zonnestralen.

De Donau zien we nauwelijks. De weg gaat door het binnenland. De wind staat nog steeds niet gunstig, maar als dat samenhangt met het weer nemen we het voor lief. Het is heerlijk. Op een grindweg leer ik Gea weer beter kennen. Grind is niet haar ding, zeg maar. Nu komt dat vooral omdat ze erg bang is om te vallen. Ze kan niet op haar linkerbeen steunen dus omvallen is ook geen optie. Het onhandige is dat hoe langzamer je gaat hoe moeilijker het wordt om stabiel te blijven. Ze bijt door en een weg over het gras gaat stukken beter. Het is ook veel lekkerder vallen in gras. Weer op het asfalt doet een goede pauze alles vergeten.

We gaan over een fietspad. Het is zaterdag en er zijn meer aan het fietsen. Voor ons rijdt een mevrouw in een elektrische rolstoel. Haar metgezel loopt er naast en daardoor is het fietspad bezet. Ik bel met de gedachte dat de metgezel even opzij stapt. De metgezel loopt echter verder en de mevrouw stuurt haar rolstoel de greppel in. Oeps, dat is niet de bedoeling. Ik trek haar met de man die zich opgelaten voelt de greppel uit. Of zou hij boos zijn geweest?

Of ik nu 120 kilometer of 40 kilometer in de benen heb, de laatste 10 kilometer van de dag vallen mij altijd zwaar. Gea gaat als een speer bij het einde in zicht. Ik zie hier iets complementairs in onze relatie. We snellen Györ in. We komen tegelijk met een Canadees stel op de fiets aan in het centrum. Samen met de Canadezen ga ik kriskras door de stad op zoek naar de tourist office. De Canadees en ik spelen bingo met de dame achter de balie. We noemen om beurten een nummer uit een folder met hotel, de dame gaat bellen en koppelt terug of pension/hotel vol of duur is. We vinden uiteindelijk een pension in het centrum. We moeten de dame achter de balie nog wel eerst uitleggen dat we elkaar helemaal niet kennen en dus aparte kamers nodig hebben. De Canadees heeft weliswaar een staart in zijn haar, maar ik verkies Gea.

Het thermaalbad van Györ is niet zoveel soeps. Het is warm water en er is een lange glijbaan. Ik neem een massage van 50 minuten en Gea één van 30. Ik vind het heerlijk. De masseur doet het niet te hard. Bij Gea die een vrouwelijke masseur heeft, is het anders; ze is redelijk gebroken.

Het eten in Hongarije is vet en met veel vlees. Een lichte lunch kennen ze niet, voor je het weet zit je achter een bord met vet vlees en even vette frieten. We eten daarom vaker brood met beleg. Ze hebben Nutella (of het equivalent) en goede kazen.

Net buiten Györ komen we twee Amerikaanse studenten op de fiets tegen. Ze willen een stuk met ons meerijden. Ze hebben een duits routeboekje en hun duits is niet zo goed. Ze komen uit Texas en verblijven 3 maanden in Europa voor hun studie (architectuur en stedenbouw). Ze zijn onderweg naar Boedapest naar een oom van Joshua die missiewerk doet. We fietsen een tijd met elkaar en nemen bij een restaurant afscheid. Ik wil helpen met het duitse routeboekje. Tot mijn verrassing staat er in de tekst geen enkele aanwijzing en zijn de kaartjes overduidelijk, beter dan in ons boekje. Ze hebben geen taalprobleem: ze kunnen niet kaartlezen. Ik ben benieuwd hoe dat gaat als ze een gebouw of een wijk gaan ontwerpen.

Een verrassing is Tata. Gelegen aan een meer. Leuke straatjes en winkeltjes. Als ik wijn koop bellen ze even op naar de camping of deze open is. Een uur later, na inkopen voor een goede maaltijd, staan we op de camping en hebben onze eigen badkamer. De avond is fris. De slaapzakken zijn warm (hoewel ik het 's ochends in mijn drieseizoenen slaapzak toch niet meer helemaal comfortabel heb). Gea heeft het lekker warm met een kruik bij haar voeten. Dichtbij bij elkaar in de tent is het toch ook wel warmer (en gezelliger).

In de ochtend gaan we de heuvels in. Gea heeft niet voldoende kracht in haar benen dus ik help haar met een steuntje in de rug. Dit is ook goed voor mijn conditie. Ik hijg als een paard. Natuurlijk is de beloning groot. Boven op de berg ligt een hotel met restaurant. Hilltop zo heten de gelegenheid en de bijbehorende wijngaarden. Het is erg luxe: over the Hilltop.

Een afdaling over lappendeken asfalt voert naar een grote weg. We moeten hier vier kilometer over rijden. Na een kilometer weigert Gea nog verder te fietsen. Het is een tweebaansweg en er komen alleen maar vrachtwagens over heen gestormd. Teveel, te hard. Ze gaat lopend verder. Niet mijn optie (ik zou hard door rijden, maar dat kan ze nu niet) maar het gaat zoals het gaat.

De afdaling van de laatste helling van deel 2 van de Limersroute eindigt in een dorp waar een camping zou zijn. Niet te vinden maar wel een gasthaus, ook goed. Gea verdient wel een goede nachtrust na de hellingen en het gewandel langs een weg. De dame van het Gasthaus wijst ons het restaurant aan. Ik zie lichten verderop en ik denk dat ze die bedoelt. Na een rondje om een grote supermarkt en wat navragen blijkt het restaurant tegenover het gasthaus te liggen. De volgende keer beter opletten bij aanwijzingen.

Esztergom bereiken we helaas weer over een drukke weg. We lopen over de markt, drinken wat koffie en gaan over een fietspad langs de Donau. Kijk, zo had ik het in mijn gedachten! De pont naar de overkant gaat over een half uur. Tijd genoeg om een sandwicht te eten. We krijgen het brood nog net op tijd om de pont op te rijden. Op de pont en aan de overkant eten we 'm op. Nu is het weer fietspad totdat we de pont terug nemen naar Visigrad. Op het kruispunt tegenover de kerk drinken we koffie en doe ik boodschappen bij alle winkels in een straal van 50 meter, slager, groenteboer en supermarkt.

Op het pontje naar het grote donaueiland wordt eerst mijn fiets naar binnen getild. Gelukkig is Gea's fiets lichter voor de mannen van het bootje. Op het eiland gaan we op zoek naar een wildkampeerplekje. Ik heb een prachtige plek gevonden als ik merk dat om de hoek auto's van jagers staan. We fietsen verder en zien verschillende jagers. We vragen naar een camping en gaan de brug naar het vaste land over. Er is inderdaad een camping. Alle borden vertellen dat deze open is. Alleen het hek is gesloten. 50 meter verder vinden we aan de Donau een mooi plekje. 's Ochtends dampt de Donau. Ik was het pannetje waarin we een heerlijke bolognese saus hadden gemaakt af. Nonchalant gooi ik het afwaswater over de schoenen van Gea die achter me staan te drogen. Gea vindt dat ik heel lief kan kijken als ik iets stoms doe.

Over het eiland en weer een pontje komen we in Szentendre. Een toeristische stadje. Valkenburg aan de Donau. Gea gaat los in een winkeltje. Om mij te plezieren koopt ze die BH met orgineel Hongaars borduurwerk niet.

Herfstreis_2012001.jpg Herfstreis_2012002.jpg Herfstreis_2012003.jpg Herfstreis_2012004.jpg Herfstreis_2012005.jpg Herfstreis_2012006.jpg Herfstreis_2012007.jpg Herfstreis_2012008.jpg Herfstreis_2012009.jpg Herfstreis_2012010.jpg Herfstreis_2012011.jpg Herfstreis_2012012.jpg Herfstreis_2012013.jpg Herfstreis_2012014.jpg Herfstreis_2012015.jpg Herfstreis_2012016.jpg Herfstreis_2012017.jpg Herfstreis_2012018.jpg Herfstreis_2012019.jpg Herfstreis_2012020.jpg Herfstreis_2012021.jpg Herfstreis_2012022.jpg Herfstreis_2012023.jpg Herfstreis_2012024.jpg Herfstreis_2012025.jpg Herfstreis_2012026.jpg Herfstreis_2012027.jpg Herfstreis_2012028.jpg Herfstreis_2012029.jpg Herfstreis_2012030.jpg Herfstreis_2012031.jpg Herfstreis_2012032.jpg Herfstreis_2012033.jpg Herfstreis_2012034.jpg Herfstreis_2012035.jpg Herfstreis_2012036.jpg Herfstreis_2012037.jpg Herfstreis_2012038.jpg Herfstreis_2012039.jpg Herfstreis_2012040.jpg Herfstreis_2012041.jpg Herfstreis_2012042.jpg Herfstreis_2012043.jpg Herfstreis_2012044.jpg Herfstreis_2012045.jpg Herfstreis_2012046.jpg Herfstreis_2012047.jpg