Boedapest
Vanaf het noorden Boedapest binnenfietsen is niet echt enerverend, maar je komt uiteindelijk toch in het centrum uit. We komen de Canadese fietsers van Györ weer tegen. Weer gaan we samen op zoek naar het centrum. We gaan de kettingbrug over. Daar staan twee studenten om ons een folklorevoorstelling te verkopen. Dat laten we ons gebeuren en meteen laten we ons doorverwijzen naar een hostel. Deze ligt in het centrum en we zijn er al gauw. Eten doen we in een all-you-can-eat restaurant voor een spotprijs. In plaats van negen uur gaan we pas om een uur slapen. We zijn weer stadsmensen!
Steden zijn vermoeiend. We slenteren van hier naar daar en weer terug. Je hebt Boeda en je hebt Pest. Vanaf Boeda ziet Pest er mooi uit, vanaf Pest ziet Boeda er mooi uit. In beiden is het goed toeven. De muziek en dansvoorstelling is van een goed niveau. Beter dan die flauwe muziek in dat restaurant waar we alleen maar in het voorportaal mochten zitten. Bij de goede voorstelling slaan de mannen veel op hun laarzen en bovenbenen, de vrouwen draaien rond en slaken kreten. De muzikanten maken er werk van en doen het met plezier. Het klinkt ook goed. De zaal is roccocco. In de pauze proberen ze ons CD's te verkopen. Dat doen we massaal de volgende dag in een goede muziekwinkel. Het is wat kouder, dus voor de cafe en winkelmensen een goede reden om het binnen 30 graden te stoken. We lunchen nog met de Texasboys. Ze willen naar Amsterdam komen.